Ben VS. Waarom

Het is maandagochtend en ik zit aan een glaasje mineraalwater met weinig prik, eet een banaan en heb de ochtend besteed aan het runnen van mijn huishouden nadat ik met de kinderen had ontbeten en heb uitgezwaaid terwijl ze naar school liepen.

Tijdens het ontbijt heb ik quasi nonchalant onze puberende meiden nog wat gezond ouderlijk advies onder hun neus geschoven en kunnen constateren dat iedereen lekker in zijn of haar velletje zit. Heerlijk.

Ik heb al fijn contact gehad met vriendinnen en mijn liefhebbende man, via what’s app weliswaar maar fijn contact is fijn contact. Punt.

Tijdens het wassen, sorteren en poetsen heb ik mijn huid voorzien van een gezond maskertje wat ik er heb afgehaald net voordat ik de deur uitging om op de fiets wat boodschappen te doen voor onze vier bloedjes die zo thuis komen eten en op maandag altijd hun gezellige en lieve vriendin Merel meenemen omdat ze van ver komt en zo niet altijd over hoeft te blijven.

Van de week ga ik een weekje op vakantie met een lieve vriendin, de voorbereidingen verlopen vlekkeloos en zo houd ik dus tijd over om vanavond en woensdagavond toch gewoon lekker naar voetbaltraining te gaan en op woensdagochtend een nog uurtje voor te gaan lezen in Hugo zijn klas.

Waarom ik al deze dingen opnoem? Denk je werkelijk dat ik dat doe omdat ik mezelf wil ophemelen en wil roepen: “Kijk mij een geweldige vrouw/moeder/vriendin zijn?” Niet dus. Want terwijl ik schrijf en logischerwijs alleen maar kan concluderen dat ik ermee door kan roept mijn hoofd iets anders. Al dagen. Gek word ik van dat hoofd.

Het slaat me in elkaar en maakt me met de grond gelijk. Niet altijd en door therapie ook steeds minder maar de afgelopen week non stop en ik heb pijn. Van buiten ben ik dan misschien licht roze (nog wel want ik heb serieuze plannen om op ultra korte termijn mijn kleur in licht bruin te veranderen!) maar van binnen ben ik bont en blauw.

Mijn hoofd schreeuwt dingen die haaks staan op alle punten die ik hierboven beschreven heb en daarnaast maakt het mij wijs dat ik lelijk ben. Monsterlijk zelfs. Dat weerleggen kost veel energie. Er niet aan toe geven en me toch in de sociale maatschappij blijven mengen nog meer en toch doe ik het. Deed ik het. Ik deed het op een moment waarop ik op mijn kwetsbaarst was en toen stampte er iemand op mijn ziel. Pijn. Auw. Tranen.

En nu ben ik woedend. Allesoverheersend en godvergeten ziedend. Ziedend op de persoon die mijn ziel aanzag voor een deurmat en ook op mijn hoofd. Ik wil mooi zijn en ben bang dat ik dat niet ben. Nou, eigenlijk ben ik ervan overtuigd maar ik wil op die vraagstelling niet eens meer ingaan.

Ik wil niet meer dat ik bang dat ik niet mooi ben maar ik wil dat ik het niet meer belangrijk vind om mooi te zijn! Als ik objectief kijk naar wie ik ben en wat ik doe ben ik tevreden. Ik vind dat ik een goed hart heb, een heerlijk gezin, een liefhebbende mooie man, fantastische vriendinnen, fijne familie. En ik werk misschien niet veel maar wat ik doe doe ik met alle plezier van de wereld en krijg positieve reacties dus ook daar geen vuiltje aan de lucht. Waarom vind ik de meest oppervlakkige vraag ever, namelijk of ik mooi ben, dan in godshemelsnaam zo belangrijk?!

Al typend kom ik dus achter mijn antwoord. Ik ben boos op mijn hoofd en kies ervoor deze vraag net zo te lang te blijven weerleggen en omvormen in waarom ipv ben totdat ik vrij ben.

vogel